Skip to main content

HEEFT DYSLEXIE EFFECT OP SPRAAK

Twee delen ervaring om te herkennen en een officiële achtergrond.

Ja, dyslexie heeft inderdaad invloed op het spreken en manifesteert zich op twee niveaus. Ten eerste wordt de beperkte omvang van je woordenschat duidelijk. Ondanks je intelligentie kun je een struikelblok ervaren bij het verwoorden van gedachten, waarbij je moeite hebt om de juiste woorden te vinden of ideeën uit te drukken die onder je cognitieve niveau liggen.

Ten tweede beïnvloedt dyslexie de manier waarop je denkt. In plaats van uitsluitend op woorden te vertrouwen, denken dyslectische individuen vaak in beelden of bewegende beelden op een snel tempo, waardoor ze een overkoepelend beeld van een situatie in hun gedachten kunnen hebben. Deze unieke denkstijl maakt het uitdagend om ideeën over te brengen aan mensen zonder dyslexie, omdat wat voor jou kristalhelder is in je hoofd, complex kan lijken wanneer het lineair wordt uitgelegd. En niet dyslectische mensen, die op een stapsgewijze lineaire manier denken, kunnen moeite hebben om het niet-lineaire denkproces van een dyslectisch persoon te volgen, wat een communicatiebarrière creëert.

De meeste kinderen met dyslexie worden geconfronteerd met de eerste laag van deze uitdaging, doordat ze niet over een voldoende omvangrijke woordenschat beschikken om hun gevoelens uit te drukken. Naarmate individuen met dyslexie ouder worden en reflectievermogen ontwikkelen, kunnen ze te maken krijgen met de tweede laag, waarbij ze moeite hebben om hun gedachten over te brengen vanwege de non lineaire aard van hun denken. Wanneer dyslectici met elkaar communiceren, vinden ze vaak moeiteloos wederzijds begrip, naadloos non lineaire verhalen volgend, lacunes invullend en het verhaal uitbreidend.

Dyslecten kunnen het onderscheid maken tussen non lineaire beelddenkers en lineaire tekstdenkers. De communicatiekloof tussen dyslectische en niet dyslectische mensen benadrukt het belang van het erkennen en waarderen van diverse denkstijlen, waardoor een meer inclusieve en begripvolle omgeving ontstaat voor iedereen.

STOTTEREN EN DYSLEXIE ONDERZOEK

Van oudsher werd dyslexie voornamelijk alleen geassocieerd met de uitdagingen op het gebied van lezen en schrijven. Maar recent onderzoek wijst echter meer op een breder effect op communicatie.

Een onderzoek onder 50 deelnemers met dyslexie onthulde dat 17 van hen stotterden tijdens hun kindertijd. Dit staat in schril contrast met het stotterpercentage van 1% in de neurotypische bevolking, wat wijst op een opmerkelijke verbinding tussen dyslexie en stotteren. De ernst van dyslexie beïnvloedt het voorkomen van stotteren, met een hogere prevalentie bij individuen die ernstige dyslexie ervaren. De relatie is nu vastgesteld, waarbij stotteren bij dyslectici wordt gecategoriseerd als een ontwikkelingsstoornis in de spraakvloeiendheid die begint in de kindertijd, bekend als ontwikkelingsstotteren, gekenmerkt door herhalingen, verlengingen en spraakblokkades.

De correlatie tussen stotteren en dyslexie wordt toegeschreven aan motorische planningsproblemen die vloeiende spraak beïnvloeden. Onderzoek wijst op een duidelijke associatie tussen stotteren en fonologische beperkingen, die de fonologische bewustwording, fonologisch geheugen en fonologische productie bij individuen met dyslexie beïnvloeden.

Fonologisch bewustzijn of taalklankherkenning:
Dyslectici vertonen vaak een lage fonologische bewustzijn, wat hun vermogen beïnvloedt om geluiden in taal te horen, te interpreteren en te onderscheiden. Dit tekort belemmert het oproepen en manipuleren van geluiden op verschillende taalkundige niveaus, waardoor het memoriseren en ophalen van woorden uitdagend wordt.

Woord "Vergeten" of Fonologisch Geheugen:
Kinderen en volwassenen met dyslexie hebben vaak moeite met het onthouden van veelvoorkomende woorden, waarbij ze moeite hebben om de exacte klankcombinatie voor een bepaalde term te herinneren. Dit komt overeen met het gevoel dat je een woord "op het puntje van je tong" hebt.

Woorden door elkaar halen of Fonologische Productie:
Individuen met dyslexie kunnen woorden door elkaar halen die qua klank op elkaar lijken, zoals het verwarren van "kat" en "wieg" vanwege hun fonetische gelijkenis. Deze uitdaging in fonologische productie strekt zich uit tot het schrijven, waarbij dyslectici vergelijkbare fouten maken in geschreven taal.

Het leren van procedures is moeilijk:
Recent onderzoek van de Carnegie Mellon University suggereert dat dyslexie het procedureel leren kan verstoren, met name bij de verwerving van complexe spraak geluidscategorieën. De moeilijkheid bij het verwerken van spraak bij individuen met dyslexie wordt beschouwd als een gevolg van de stoornis in plaats van als een oorzakelijke factor.

De spraak- en taalontwikkeling is vertraagd:
In families met een geschiedenis van dyslexie, kan een kind dat tekenen van spraakvertraging vertoont een aanwijzing voor dyslexie zijn. Moeilijkheden bij het leren van nieuwe woorden, verwarring tussen woorden die er vergelijkbaar uitzien, en problemen met het onthouden en uitspreken van namen, getallen, symbolen en kleuren zijn veelvoorkomende signalen.

Het begrijpen van de veelzijdige impact van dyslexie op communicatie, zowel gesproken als geschreven taal, is cruciaal om effectieve ondersteuning en interventie te kunnen bieden aan mensen die met deze leerstoornis te maken hebben.